De vriendschap met de familie Frank
Het gezin Gies op bezoek bij Otto Frank in Basel
Het gezin Gies op bezoek bij Otto Frank in Basel (Zwitserland) zomer 1964.

Toen Miep Gies (toen nog Santruschitz) Otto Frank voor het eerst ontmoette bij haar sollicitatiegesprek voor zijn bedrijf N.V. Nederlandsche Opekta Mij. in de nazomer van 1933, klikte het direct. Otto Frank besloot Miep aan te nemen ter vervanging van een zieke medewerkster. Toen deze juffrouw Heel zich na enkele maanden weer beter meldde, kon Miep blijven.

Ze ging met veel plezier naar haar werk. Natuurlijk besprak ze geen persoonlijke zaken met haar baas, maar hij had wel verteld dat zijn vrouw en twee dochtertjes nog bij zijn schoonmoeder in Aken verbleven. Zodra ze in Amsterdam een woning gevonden zouden hebben, zou het hele gezin overkomen. Hij sprak het niet uit, maar Miep merkte dat hij eenzaam was zo zonder zijn gezin.

Over persoonlijke zaken werd op kantoor weinig gesproken, over de toestand in de wereld des te meer. Miep herinnert zich: 'Tussen Frank en mij groeide er al gauw een goede verstandhouding toen we onze gemeenschappelijke hartstocht voor de politiek ontdekten. We merkten dat we veel standpunten deelden. Hoewel ik had geleerd om niet te haten, was ik fel tegen de fanatieke Adolf Hitler, die onlangs in Duitsland de macht had gegrepen. Otto Frank was dat ook, ofschoon om veel persoonlijker redenen, want hij was joods. Hij was uit Duitsland vertrokken vanwege Hitlers anti-joodse politiek.(...) Hoewel we zulke gesprekjes in het Duits voerden, waren we het erover eens dat je het Duitsland van Hitler maar beter de rug kon toekeren en veilig en beschermd wonen in ons tweede vaderland.'

In november 1933 had de familie Frank een huis gevonden, in dezelfde buurt in Amsterdam waar ook Miep met haar pleegouders woonde. Edith Frank was een paar keer uit Aken overgekomen om een huis te zoeken. Toen dat gelukt was, kwam in december de oudste dochter Margot over, en in februari 1934, bij wijze van verjaarscadeau voor haar oudere zus, de jonge Anne die toen vier jaar was. Kort daarna ontmoette Miep Anne en haar moeder op kantoor.

Otto Frank stelde zijn vrouw en dochter aan haar voor. Anne droeg een wit, pluizig bontmanteltje en was tegelijkertijd verlegen en nieuwsgierig. Miep haalde koffie voor de volwassenen en een glas melk voor Anne. 'Anne en ik liepen naar mijn bureau. Ze keek gefascineerd naar mijn glimmend zwarte schrijfmachine. Ik hield haar vingertjes op de toetsen en drukte. Haar ogen schitterden toen de hefboompjes opsprongen en zwarte letters afdrukten op de in de machine gedraaide rekening. Daarna wees ik haar op het raam - zo'n levendige drukte vindt elk kind prachtig, dacht ik. En ik vergiste me niet: ze was een en al aandacht voor de trams, de fietsers en voetgangers. Terwijl ik Anne gadesloeg, dacht ik: Zo'n kind zou ik ooit nog eens willen hebben. Rustig, gehoorzaam, naar alles nieuwsgierig.'

Het appartementengebouw aan het Amsterdamse Merwedeplein.
Het appartementengebouw aan het Amsterdamse Merwedeplein waar de familie Frank tussen 1933 en 1942 woonde.
Miep kreeg verkering met Jan Gies. Tijdens hun lunchpauze haalde hij Miep vaak op om een eindje te wandelen. Zo leerde hij ook Otto Frank kennen. Toen hij Miep op een dag uitnodigde om bij hem thuis aan het Merwedeplein te komen eten, voegde hij eraan toe: 'En neem meneer Gies mee.' Ik nam de uitnodiging aan, verguld dat mijn baas me voor zoiets vroeg.' Zoals de etiquette dat voorschreef stonden Miep en Jan klokslag zes uur bij de Franks op de stoep. Otto Frank zag er net zo keurig uit als op kantoor, maar toch was hij meer ontspannen.

Mevrouw Frank was net zo vriendelijk en gereserveerd als toen Miep haar voor het eerst leerde kennen. Edith Frank sprak nog niet zo goed Nederlands, en omdat Jan ook goed Duits sprak, spraken zij verder in het Duits. Ze hoorden van Edith dat ze Duitsland nog erg miste, bewonderden het antieke meubilair, maakten kennis met de poes en bespraken de gebeurtenissen in de wereld. Bij het aan tafel gaan werden Anne en Margot geroepen, de meisjes waren intussen acht en tien jaar oud. Na het eten verdwenen de meisjes weer naar hun kamer om hun huiswerk te maken.

Miep en Jan dronken nog een kopje koffie met de Franks en vervolgden hun gesprek. Opnieuw volgens de etiquette bedankten ze na het tweede kopje koffie voor de fijne avond en vertrokken ze bijtijds. Na dit eerste etentje zouden er meer volgen. Hoewel de avondjes qua vorm formeel bleven, maakten de persoonlijke verhalen die Edith Frank hen vertelde toch dat Jan en Miep de Franks steeds beter leerden kennen. Altijd werd het laatste nieuws besproken, maar zodra de kinderen aan tafel werden geroepen, werd over de angstaanjagende ontwikkelingen in de wereld gezwegen en schakelden de volwassenen over op vrolijke onderwerpen en verhalen. Anne voerde dan het hoogste woord, Margot was een stuk bedachtzamer. Net als Miep en Jan was Anne dol op film en aan tafel werden al hun favoriete films en filmsterren tot in detail besproken.

Behalve voor de etentjes, werden Miep en Jan ook uitgenodigd voor de zaterdagmiddagen met koffie en gebak. De Franks hielden dan open huis en Edith presenteerde zelfgebakken kaastaart of cake. De andere gasten waren allemaal Duitsers, voornamelijk joodse vluchtelingen die net als de Franks Hitler-Duitsland waren ontvlucht. Iedereen was politiek goed op de hoogte en de ontwikkelingen in Duitsland werden tot in het kleinste detail besproken, waarbij iedereen door elkaar praatte en flink rookte. "Hoewel deze mensen elkaar niet allemaal van vroeger kenden, hadden ze veel met elkaar gemeen. Frank wilde hen graag in contact brengen met Nederlanders die belangstelling hadden voor hun lot, de achtergronden van hun vlucht en hun welzijn hier in Holland. Meneer Frank stelde Jan Gies en mij altijd voor als 'onze Nederlandse vrienden'." Onder de gasten van deze zaterdagmiddagen bevonden zich ook Auguste en Hermann van Pels en Fritz Pfeffer. Zij zouden later met de familie Frank onderduiken in het Achterhuis.

Omdat Miep en Jan geen spaargeld hadden om een huis in te richten, te trouwen en een gezamenlijk leven te starten, duurde hun verkeringstijd langer dan ze zouden willen. Bovendien heerste er door de grote toestroom van vluchtelingen ook grote woningnood in Amsterdam. In 1939, Miep was net dertig geworden, besloten ze toch actief naar woonruimte op zoek te gaan, en daarna zo snel mogelijk te trouwen. Het was Otto Frank die Miep in de lente van 1940, kort na de Duitse inval, op een advertentie wees waarin kamers in hun eigen buurt werden aangeboden. De volgende dag ging Miep met mijnheer Frank vóór het werk naar de kamers kijken. De hospita was de joodse mevrouw Stoppelman en Miep besloot de kamers te nemen. 

Otto en Anne Frank bij het huwelijk van Miep en Jan Gies.
Otto en Anne Frank bij het huwelijk van Miep en Jan Gies.
Na de eerste paniek en chaos van de Duitse inval en de daaropvolgende bezetting leek het leven in de zomer van 1940 zijn dagelijkse gang te hervatten. Maar met ingang van de herfst werden de eerste anti-joodse maatregelen van kracht. Ook dat begon voorzichtig, maar de maatregelen werden steeds ingrijpender. Miep en Jan maakten zich steeds meer zorgen om hun joodse vrienden, maar zij pasten zich aan en het leven ging verder. Op 16 juli 1941 traden Miep en Jan in het huwelijk in aanwezigheid van een klein groepje vrienden en familieleden. Mijnheer Frank had het kantoor gesloten zodat Miep's collega's er ook bij konden zijn. Otto Frank had zijn jongste dochter Anne meegenomen. Edith Frank was thuis bij hun zieke dochter Margot. "De ogen van Anne schoten schichtig van Jan naar mij. Ze bleef dicht bij haar vader en hield zijn hand stevig vast. Misschien waren wij het eerst bruidspaar dat ze ooit in levenden lijve had gezien. Je kon merken dat ze Jan knap en elegant vond. Zou ze over mij ook zo denken? Voor een meisje van twaalf was een bruiloft per slot van rekening het toppunt van romantiek."

Na de huwelijksvoltrekking kondigde Otto Frank aan dat hij de volgende dag op kantoor een feestje van de zaak zou geven. Tegensputteren hielp niet, en Anne riep al gelijk dat ze ook zou komen. De volgende morgen werd het kantoor inderdaad veranderd in een feestruimte. 'Een van de vertegenwoordigers van de firma had leverworst, rosbief, salami en kaas meegenomen. Alles lag mooi uitgestald op schalen. Niemand van ons had in lange tijd zoveel vlees bij elkaar gezien. 'Veel te veel,' zei ik tegen mijnheer Frank. 'Onzin,' zei hij glimlachend, vergenoegd dat er iets te vieren was in deze sombere tijden.' Anne ging als een volleerd serveerster met schalen lekkers langs de gasten en namens haar familie en het personeel bood ze het bruidspaar een zilveren bord aan. 

Schraper van NV Handelsvereeniging Gies & Co.
Schraper van NV Handelsvereeniging Gies & Co.
Het huwelijk bood een welkome ontsnapping van twee dagen aan de realiteit: de anti-joodse maatregelen waren intussen veranderd in een onophoudelijke stroom beperkingen en verboden. De openhuis-middagen op de zaterdag en de etentjes bij de familie Frank werden niet meer gehouden. Otto Frank vroeg Jan Gies of hij commissaris wilde worden van Pectacon, de specerijenhandel, met Victor Kugler als directeur. Frank vond dat zijn positie in het bedrijf langzamerhand voor iedereen gevaar op leverde en wilde zich daarom terug trekken. Hij zou wel als adviseur betrokken blijven, Johannes Kleiman zou directeur worden van N.V. Nederlandsche Opekta Mij. De firma Pectacon zou voortaan Gies & Co. heten. Op 18 december 1941 werden alle wijzigingen bij een notaris vastgelegd. Jan was blij dat hij Otto Frank kon helpen, en dan nog met zoiets eenvoudigs als zijn achternaam.

Davidsster die alle joden moesten dragen.
Davidsster die alle joden moesten dragen. Deze is of van Margot Frank of van Mevr. Stoppelman, de hospita van Miep Gies.
Intussen werd het joden in het voorjaar van 1942 verplicht gesteld een gele ster op hun kleding dragen. Niet lang daarna had Otto Frank een vraag aan Miep. Hij vertelde haar dat hij en zijn vrouw hadden besloten met de kinderen onder te duiken, samen met Hermann en Auguste van Pels en hun zoon Peter, in het achterhuis van het kantoor aan de Prinsengracht. 'Hij haalde diep adem en vroeg: 'Miep, ben je bereid de verantwoordelijkheid van onze verzorging op je te nemen, zolang we onderduiken? 'Natuurlijk,' antwoordde ik. Een of twee keer in hun leven kijken twee mensen elkaar aan met een blik die niet met woorden te beschrijven valt. Zo'n blik wisselden wij.'

Over wat het bevestigende antwoord van Miep Gies op de vraag van Otto Frank inhield, kunt u in een ander hoofdstuk op deze site meer lezen. Klikt u hier om een videofragment te bekijken waarin Miep Gies vertelt over de vraag die Otto Frank haar stelde.

Alle citaten in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit het boek 'Herinneringen aan Anne Frank. Het verhaal van Miep Gies, de steun en toeverlaat van de familie Frank in het Achterhuis.' van Miep Gies met Alison Leslie Gold (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1991). Begin 2009 wordt een vernieuwde heruitgave van het boek verwacht.


De bovenstaande video toont de enige bewegende filmbeelden van Anne Frank, gefilmd op 22 juli 1941. Ze hangt uit het raam van de woning van de familie Frank aan het Merwedeplein in Amsterdam om naar haar buurmeisje te kijken dat vanuit de flat trouwt.